Als een kabelbedrijf zijn netwerk wel - vrijwillig - openstelt
voor een onderneming, moet hij dat ook doen voor andere aanvragers.
"De kabelaar mag daarin niet discrimineren. Hij mag wel weigeren
als hij zelf capaciteitsproblemen krijgt door het toegenomen
gebruik van het net", lichtte een woordvoerster van NMa dinsdag
toe.
Indien de kabelaar de toegang weigert, doemt een andere vraag
op. "Is de kabel onontbeerlijk voor de aanvrager of is er een
reëel alternatief? Het is niet aannemelijk dat KPN zijn tv-pakket
alleen via de kabel kan aanbieden." Volgens de NMa-zegsvrouwe zijn
er ook andere mogelijkheden, zoals het ADSL-netwerk.
Het gesteggel tussen KPN en de kabelondernemingen over de
kwestie kwam aan de orde in de Tweede Kamer. Minister Brinkhorst
van Economische zaken zegde 15 juni toe na te gaan, of er
bijvoorbeeld mededingingsrechtelijke overwegingen zijn om KPN de
toegang te verbieden. De NMa verzond haar brief op 30 augustus.
Economische Zaken heeft de brief nog niet aan de Kamer gegeven,
omdat het ministerie wacht op uitsluitsel van telecomtoezichthouder
Opta. "De Opta is nog bezig met de vraag of kabelaars verplicht
zijn hun netwerk open te stellen, en zo ja, onder welke
voorwaarden", zei een EZ-woordvoerster dinsdag.
De NMa nam de kwestie onder de loep vanuit de Mededingingswet.
De Opta kijkt ernaar met de Telecommunicatiewet in de hand, zo liet
een woordvoerder weten. Vorige maand diende KPN officieel een
klacht in bij Opta. "We zijn daarmee aan de slag gegaan, maar ik
kan niet zeggen wanneer er een oordeel klaar ligt."
|