De minister is zelf een groot voorstander van electronische
gegevensuitwisseling tussen beroepsgroepen en electronische
medicijnen of patiëntendossiers. Maar dat internetapotheken en
internetartsen en het "internetgebeuren" zich daarnaast zo snel zouden
ontwikkelen, had hij niet gedacht. "Ik wist niet dat dit zo snel
ging."
Ongewenste ontwikkeling
De minister noemde het een "ongewenste ontwikkeling" dat
internetartsen medicijnen voorschrijven aan mensen met wie ze geen
behandelrelatie of fysiek contact hebben. Internet moet
ondersteunend zijn, benadrukte hij. Volgens de minister is er geen
nieuw verbod nodig, zoals de Kamer bepleitte. Het kan al niet
volgens de richtlijnen van artsenorganisatie KNMG, zei hij.
Tuchtzaak
Op basis van die richtlijnen heeft de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) nu een tuchtzaak tegen een internetdokter
aangespannen, die een medicijn aan een vrouw heeft vertrekt zonder
haar te hebben gezien. Mocht uit die zaak blijken dat de
KNMG-richtlijnen het gedrag van die arts toch toelaten, zal hij
kijken of ze aangescherpt kunnen worden, beloofde Hoogervorst.
Brief
Verder beloofde hij de Kamer binnen twee maanden een brief te
schrijven over de laatste ontwikkelingen en onderzoeken naar
zogenoemde e-consults. Op dit moment verricht het college van
zorgverzekeringen een onderzoek naar twee al bestaande vormen
waarbij patiënten via internet een huisarts kunnen consulteren.
|