Met de uitbreiding van de huidige wetgeving hoopt de bewindsman
computercriminaliteit harder aan te kunnen pakken. De specifieke
eisen die aan strafbaar gedrag worden gesteld, komen te vervallen.
Nu is het voor die strafbaarstelling nog vereist dat de beveiliging
van een computer is gekraakt, een technische ingreep is gedaan of
van een valse identiteit gebruik is gemaakt om toegang te krijgen.
Hinder
Mensen die computersystemen platleggen of deze aanzienlijk
vertragen door virussen te verspreiden of een enorme hoeveelheid
voor de ontvanger ongewenste e-mail (spam) te versturen, kunnen een
jaar celstraf krijgen. Het moet daarbij gaan om "ernstige vormen
van hinder voor de gebruiker".
Donner wil ook voorbereidingshandelingen van computermisdrijven
zoals computervredebreuk en het onrechtmatig aftappen van
informatie bestraffen met één tot vier jaar cel. Daarbij gaat het
om de verkoop, het vervaardigen of het beschikbaar hebben van
gegevensdragers (floppy's en cd's) of gegevens zelf om daarmee een
misdrijf te plegen.
Meer bevoegdheden
Justitie en politie krijgen meer bevoegdheden om
computercriminaliteit te bestrijden. Zo kunnen verdachten daarvan
in voorlopige hechtenis worden genomen. Ook wordt het mogelijk
goederen in beslag te nemen en telefoons af te tappen. De officier
van justitie kan internetproviders bovendien dwingen bepaalde
gegevens, die een rol kunnen spelen bij de opsporing van
criminelen, tijdelijk te bewaren.
Het betreft volgens een woordvoerder van het ministerie
informatie die inzicht geeft in het surfgedrag van een verdachte,
zoals een registratie van de internetsites die iemand heeft bezocht
en de tijdstippen waarop dat gebeurde. Providers slaan dergelijke
gegevens al op. Het gaat niet om de inhoud van de informatie die
mogelijk is uitgewisseld.
Cybercrime Verdrag
De voorstellen van Donner vloeien voort uit het Cybercrime
Verdrag, dat in november 2001 door veel landen, waaronder
Nederland, is ondertekend. Doel ervan is een internationale aanpak
van computercriminaliteit.
|