De onafhankelijke instantie wil van de
Rotterdamse politie weten wat de precieze overwegingen zijn geweest
om voor dit opsporingsmiddel te kiezen.
Dat heeft een woordvoerder van het CBP vrijdag gezegd. Hij
bevestigde daarmee een bericht in De Telegraaf. Volgens het college
gaat het nu om de vraag of het middel in verhouding staat tot het
doel dat de politie ermee wil bereiken. "Bij die proportionaliteit
hebben we enige aarzelingen", aldus de zegsman.
Relschoppers
De politie had naar aanleiding van de rellen 250 foto's op
internet gezet in de hoop dat de relschoppers herkend en opgespoord
konden worden. Op basis daarvan zijn tot nu toe ongeveer honderd
mensen aangehouden. Justitie in Rotterdam heeft al ruim vijftig
relschoppers vervolgd. Ook de politie in Nijmegen heeft inmiddels
foto's op internet gezet van verdachten van de rellen die uitbraken
op de laatste avond van de Vierdaagse in Nijmegen.
De woordvoerder van het CBP wees erop dat foto's van verdachten
in een politieregister zitten dat in principe een gesloten systeem
is. De politie mag de foto's op internet publiceren. Maar dit is
volgens het college wel een veel zwaarder middel dan het tonen van
foto's bij een buurtonderzoek of op televisie, onder meer omdat
foto's op internet vaak lang blijven staan en iedereen ze op elk
moment van de dag kan bekijken.
Niet nieuw
De politie in Rotterdam wil niet reageren op de beweringen van
het CPB en verwijst naar het Openbaar Ministerie. Volgens een
woordvoerster van het OM in Rotterdam is de gekozen aanpak niet
nieuw. "Het is al eerder gebeurd. Wat in deze zaak anders is, is
de hoeveelheid foto's. Daar stonden overigens geen namen bij en
zodra iemand was aangehouden ging de foto van internet af."
|